Home-pijl

Het Trompettenstuk dat in je eerste vioolboek staat is een leuk stuk. Leopold Mozart heeft het geschreven. Toch zou de componist Leopold Mozart niet zo beroemd zijn als hij niet een ontzettend beroemde zoon had. 

Wolfgang Amadeus Mozart

Leopold Mozart werkte als violist, dirigent en componist in het orkest van de Aartsbisschop van Salzburg. Dat ligt in Oostenrijk. In 1756 werd zijn zoon Wolfgang Amadeus Mozart geboren. Hij zou later één van de beroemdste componisten van de wereld worden.

Grote zus

Wolfgang had een zus, die vier jaar ouder was. Zij heette Marianne. Als zij pianoles kreeg van haar vader Leopold, deed Wolfgang ook steeds mee. Daardoor merkte Leopold dat zijn zoon Wolfgang supermuzikaal was. Toen de kleine Wolfgang vijf jaar was schreef hij al zijn eerste muziekstuk. Wolfgang en Marianne kregen van hun vader niet alleen pianoles, maar ook vioolles en les in componeren.

Op reis

Toen Wolfgang zeven jaar was kon hij zó goed piano en viool spelen dat iedereen het bijzonder vond. De mensen noemden hem een wonderkind. Daarom besloot vader Leopold om met Wolfgang en Marianne een grote reis te maken door Europa.

Spelen bij de koning

Ze gingen bij allemaal koningen en andere vorsten concerten geven in hun kastelen. Dat was belangrijk omdat de koningen en hun familie de baas waren van alle orkesten, concertzalen en operahuizen. Zó kon de familie Mozart allemaal belangrijke mensen ontmoeten. Als ze van de ene stad naar de andere gingen, moesten Wolfgang en zijn zus huiswerk maken in de koets. Dat zal wel lastig geweest zijn met al dat gehobbel! 
Meer dan drie jaar waren ze onderweg. Dat zal hun moeder niet leuk gevonden hebben.

Mozart in Wenen

Toen Wolfgang Amadeus Mozart volwassen was ging hij in Wenen wonen. Hij was toen een beroemde componist geworden. Toch was zijn vader niet tevreden. Hij vond dat Wolfgang niet serieus genoeg was. Wolfgang vond het leuk om vaak naar het cafe te gaan en hij hield van kegelen en biljarten. 
Wolfgang snapte niet waar zijn vader zich druk over maakte. Hij vond componeren zo gemakkelijk dat hij er niet eens bij na hoefde te denken. Dan kon hij ondertussen ook wel kegelen!

Misschien had Wolfgang wel gelijk. Hij heeft in ieder geval ontzettend veel mooie muziek geschreven. Wel 41 symfonieen en 20 opera’s. In deel 2 van je vioolboek staat een mooi stuk van hem: het Lentelied.

mozart-familie Vader Leopold, Wolfgang en zus Marianne